Fabrica


Schoorstenen als kannonnen richten zich dreigend op tegen een rode achtergrond. Over deze prent prijkt de titel in grote, witte blokletters: FA-BRI-CA. Zo'n cover katapulteert de lezer al meteen naar het Russisch constructivisme en het Italiaans futurisme. Sla het boek open en de prenten getuigen van een maatschappij in crisis, geritmeerd door razzia's, controles, boekverbrandingen en oorlogsindustrie. Terwijl hij in Priape (2006) de tragische wereld van de oude Grieken verkent en in Divine Colonie (2007) het Zuid-Amerika van de conquistadores, toont Presl in Fabrica totalitair Europa. Hier drijft hij ook zijn stijl ten top en laat de invloeden van Picasso, Grosz en andere modernisten toe. Zelfs zijn hoofdpersonage getuigt hiervan: L’univers de Fabrica se prêtait bien à une exploitation plus abondante de la citation picassienne, j’ai donc forcé le trait dans ce sens, d’ailleurs le personnage principal est inspiré du personnage de Picasso avec ses cheveux blancs en couronne, son gros nez et les gros doigts de ses mains.

Laten we het meteen zeggen: dit franstalig album hoeft, zoals zijn voorgangers, geen vertaling. Het is een stomme strip. Zonder woorden vertellen is de specialiteit van Presl, al drie beeldverhalen lang. Hij liet de tekstballonnen niet achterwege om de wereld te veroveren: Et puis je me suis débarrassé des phylactères, et ça c’est un vrai soulagement, car ces bulles qui rognent la moitié de l’image, ce n’est pas toujours très facile à faire passer, je veux dire plastiquement... les bulles ne me satisfont pas sur le simple plan formel. Deze zorg om de esthetiek, conventies ten spijt en met beperkingen tot gevolg, bepaalt ook de wijze waarop hij zijn kaders vult: Occuper le cadre me force à repenser la figure, à lui trouver une autre élégance... Mais le stratagème a ses limites ; il peut devenir à son tour un mécanisme qui tourne à vide. Il faut rester vigilant. En waakzaam blijft hij. Zijn personages ook, ten allen tijde. Net ganzen die hun gespierde hals wringen om beter hun angstig oog te kunnen richten. In de boeken van Nicolas Presl lopen de personages er gemarteld bij, verwrongen door hun wereld en de stijlbeperkingen die hun maker koos. Vooreerst, die beperking van de stilte: de figuren praten, roepen, fluisteren, zingen. Geen woord komt eruit. Het lijkt hen enkel te frustreren. Nochtans duikt hier en daar wat tekst op: een opschrift, een stukje proza, een partituur. Maar bij Presl heeft elke letter vooral een grafische waarde: Oui, la lettre comme signe plastique. C’est comme ça que je la conçois dans cette espace muet, un signe qui veut dire qu’à ce moment plein de choses sont énoncées. Vervolgens is er de beperking van het kader: hun kromme lichamen volgen pijnlijk het verhalend keurslijf. Ze lijken te zwichten onder zoveel zwijgzaam maar loodzwaar verleden: mythes, normen en geschiedenis. Want ook Presls verhaalstructuren beantwoorden tenslotte aan één regel: C’est vrai que pour le moment, j’aime bien construire mes scénarios autour de références, je crois que c’est pour partager un peu de certaines lectures qui m’ont marqué. (...) En tous cas j’espère que ça peut être un jeu pour certains lecteurs, mais j’essaie de veiller à ce que la lecture puisse se faire sans mener forcément ce jeu de piste.
Met die enkele, onwrikbare vuistregels, weet Presl op zeer creatieve wijze nuances en gevoeligheden weer te geven. Fabrica loont de moeite voor wie zich aan een stomme strip wel wagen wilt. En wie daarna nog meer van zijn stil geweld wenst hoeft niet meteen te vrezen: Je ne voudrais certes pas m’enfermer dans un style trop figé, mais je voudrais aussi faire les choses à mon rythme, pour le moment je ne ressens pas le besoin de changer de cap, j’ai encore des choses à dire sans les mots.

IN DE KLAS? Hoewel Priape op krachtige wijze elementen van de Griekse geschiedenis en mythologie evoceert kan het zich minder beroepen op didactische troeven, zeker voor jongere scholieren. Divine colonie past beter in de les geschiedenis: vele fragmenten illustreren op simpele wijze een persoonlijke ervaring van de vroege Europese aanwezigheid in het net ontdekte Latijns-Amerika (heimwee, angst voor het onbekende, misverstanden, tijdsverloop...). Voor deze periode verwijzen we liever naar strips als Caboto (Mattotti & Zentner). Enkel Fabrica lijkt mij een meer uitgesproken bruikbaarheid te hebben voor in de klas. Zeker in combinatie met modernistische schilderijen (Grosz, Dix, Picasso e.a.) kan men op passende wijze vooroorlogse fenomenen behandelen. Bovendien is Fabrica in die mate generiek dat het even goed gaat om de opkomst van totalitarisme in Duitsland, Italië of Rusland of de industriële omstandigheden in heel Europa. Bovendien is het werk van Presl steeds verdeeld in losstaande, korte hoofdstukken die op zich telkens één of twee thematieken aankaarten. Tenslotte is de referentiële rijkheid in zijn schijnbaar eenvoudige verhalen een geschenk voor wie links wil leggen met de historische context.

(Citaten uit een interview met Xavier Guilbert in februari 2009: http://www.du9.org/Nicolas-Presl)
Presl, Nicolas, Fabrica., Atrabile, 2009.
Presl, Nicolas, Divine Colonie., Atrabile, 2007.
Presl, Nicolas, Priape., Atrabile, 2006.
Seb Conard.