historische strips

China 2 - De tijd van de partij

Deel twee nu ook uit: zie hier.
Zie hier voor de bespreking van deel één.

Fritz Haber

Jan Baetens versnijdt voor u David Vandermeulens' Fritz Haber in Rekto:Verso. De recensie leest u hier. Achterliggende info hier. (SC)

Vandermeulen, David, Fritz Haber., Delcourt, °2005

Che

Uitgeverij Silvester vertaalde de klassieke stripbiografie van Ernesto "Ché" Guevarra door Oesterheld en vader en zoon Breccia. Een korte, handige recensie vindt u hier. Enkele platen ziet u hier. (SC)

Breccia, Alberto & Enrique & Oesterheld, Hector, Che., Silvester, 2011

China

Ik bracht u al een bespreking van Une vie chinoise van Kunwu en Otié. Nu is de Nederlandse vertaling uit bij Oog&Blik en heeft u als leerkracht geen excuus meer... (SC)

Kunwu, Li & Otié, P., China. 1. De tijd van de vader., Oog&Blik, 2011

Stad van Klei


Milan Hulsing, een in Caïro wonende en werkende Nederlander, heeft een strip uit die zich daar ook deels afspeelt. Het is u waarschijnlijk niet ontgaan dat er ginds één en ander aan de hand is. En nu komt een stripmaker aanzetten met een boek waarin er sprake is van een rellende Egyptische onderklasse. De pers kan zijn geluk niet op en komt te pas en te onpas opdraven met de “visionaire” Hulsing. Spijtig genoeg verliezen ze daarbij het belangrijkste uit het oog: de strip zelf. Na lezing blijkt ook dat die opstand niet eens zo heel belangrijk is in Hulsings boek. Het gaat vooral over gevoelens, mensen en wat hen drijft. Het bronmateriaal zal waarschijnlijk heel wat politieker geweest zijn aangezien El Bisatie als links progressief bekend staat, maar Hulsing heeft uiteraard uit het boek gelicht wat hem het meeste interesseerde: een goed verhaal.


In een stijl die, naarmate het verhaal vordert, steeds dichter bij magisch realisme aanleunt vertelt Hulsing het verhaal van Salem, een ambtenaar in Caïro. Salem heeft een plan uitgedokterd om de staat op te lichten en richt, door het vervalsen en in de archieven planten van een hele hoop documenten, een compleet fictieve stad op: Khaldiya. Die stad heeft een politiekorps dat uiteraard betaald moet worden. Salem maakt een resem rapporten van arrestaties, bonussen, aankopen en loonlijsten op die bekostigd moeten worden door vadertje staat. Het geld komt vanzelfsprekend allemaal bij Salem zelf terecht. De man denkt zijn zaakjes voor elkaar te hebben maar het verzinnen van incidenten en kostenposten voor de fictieve politiemacht gaat steeds moeilijker. Alsof om zichzelf te inspireren in het creëren van een valse geschiedenis begint Salem een maquette van Khaldiya te maken in klei. En vanaf dan begint het aardig mis te lopen. Scènes die zich in Khaldiya, en dus de fantasie van Salem, afspelen beginnen zich te vermengen met de realiteit en alsof dat niet genoeg is gaan verleden en heden ook nog eens een wilde tango aan met elkaar. Meer over het verhaal vertellen zou zonde zijn, maar dat het niet zou misstaan in het pantheon van de beste noir films ooit gemaakt wil ik u wel nog meegeven.

De sfeer van het verhaal balanceert tussen Lynchiaansheid van het kaliber van “Lost Highway” en absurde bureaucratie van het type Franz Kafka: surrealistisch maar evocatief, een stamp in de onderbuik die je niet ziet aankomen. In tegenstelling tot Lynch, die in “Lost Highway” niet echt veel verhalende logica gebruikt, komen in “Stad van Klei”, ondanks alle droombeelden, ondanks alle surrealistische sprongen, het verhaal en de ontknoping ervan netjes op hun pootjes terecht. Niet meer en niet minder dan een krachttoer. De scènes die zich in Khaldiya afspelen zijn, hoewel dat een fictieve stad is, een mooie illustratie bij de politieke, gerechtelijke en politionele apparaten in het Egypte van de laatste twintig jaar. Deze scènes kunnen makkelijk uit het boek gelicht worden zonder aan verstaanbaarheid te verliezen en kunnen perfect dienen ter introductie van bijvoorbeeld het klassenverschil, de toestand op vlak van arbeid of het dagelijkse leven? Los daarvan is deze strip over de gehele lijn aan te raden als een goed boek. (PM)

Hulsing, Milan, Stad van klei., Oog&Blik, 2011