Bronnen en selectiecriteria

De volgende striplijst is ecclectisch samengesteld: eigen collecties, internetdatabases, bibliotheekverzamelingen etc. We passen de lijst aan in functie van nieuwe ontdekkingen, al dan niet recente uitgaves. Toch zijn er enkele vaste bronnen waarnaar we diepergravende vorsers kunnen verwijzen:

  • De online stripografie van Herbert Verreth: De oudheid in strips.
  • Het handboek van Raf De Keyser e.a.: Strips. Een evocatie van de Middeleeuwen.
  • Online databases zoals www.zilverendolfijn.nl en www.stripinfo.be
  • De collectie van het Belgisch Centrum voor het Beeldverhaal.

(We raden de zoeker aan zich niet tot onze lijst te beperken maar zelf eens via de zoekmachines de online catalogi na te gaan op trefwoorden.) Uit het immense aanbod aan strips die maar iets met geschiedenis te maken hebben, maken we een selectie. Op zich hoort elke strip in de klas, al was het maar als instap of als een oefening rond de ver-tekende weergave van het verleden. Dan past Hagar in een les over de Vikingen en zoeken we vierentwintig historische fouten in een fragment van The Flintstones. Dit geldt evenzeer voor vele albums van Suske en Wiske, Jommeke, Nero, Kiekeboe. Deze reeksen zijn vaak bij de leerlingen populair en dat kan een voldoende reden zijn om ze te gebruiken in de klas. Maar van dat soort strips nemen we maar enkele voorbeelden op. Onze aandacht en energie gaat naar meer specifiek historische strips, dié strips waar de leek in tegenstelling tot voornoemde reeksen niet zo gemakkelijk toe komt en waar onze hulp dus welkom is. Bovendien willen we vooral reeksen tonen die bewijzen dat het beeldverhaal een volwaardig expressiemiddel kan zijn om historische kennis en inzichten aan te brengen en niet enkel een grappige prent van hoe het zeker niét was. Onze selectie kent zeker geen strakke methodiek maar we hielden volgende elementen in het oog:

  • relevantie: is de strip(reeks) relevant voor een mogelijks gebruik in de geschiedenisles? We denken hier in termen van een rechstreekse en praktische relevantie; een Hagar kan steeds bruikbaar zijn maar buiten enkele vormelijkheden zegt het ons niets over de Vikingen. Zoals gezegd, hebben we toch ook een aantal minder rechtstreeks relevante titels opgenomen alsook strips die in een hedendaags decor een bepaalde periode uitgebreid integreren (bijvoorbeeld de avonturen van een archeoloog tegen een achtergrond van opgravingen en piramides.)
  • vakdidactische en artistieke kwaliteiten. We vertrekken van de criteria die we gebruiken voor de recensies.(Zie uitleg.)
  • uitgavedatum en bekendheid. We voorkiezen fris en recenter werk dat de leerlingen mogelijks kennen of makkelijker zal aanspreken zonder daarom oude pareltjes uit te sluiten.
  • feitelijke toegankelijkheid en taal. Aan stripwonders (oud of nieuw) die de leraar met moeite vindt heeft hij bijzonder weinig. U zult zien dat zelfs een deel van de aangeboden titels niet zomaar in elke bibliotheek of stripwinkel ligt. (Die laatste zal doorgaans wel zijn best doen om u op korte tijd het gewenste exemplaar te verschaffen.) Bovendien sluiten we, op enkele uitzonderingen na, alle strips uit die niet in het Nederlands zijn vertaald of geschreven.

De lijst is per periode en deelperiode alfabetisch geordend op werkelijke familienaam van de tekenaar (pseudoniemen tussen haakjes opgenomen). We beschouwen de naam van de reeks als een titel. Het ontstaansteken (°) geeft dan aan dat het jaartal de uitgavedatum is van het eerste album. Verwijst de titelnaam echter naar één album uit een reeks dan wordt alles in één adem weergegeven: reekstitel, nummer en albumtitel. One-shots hebben natuurlijk éénduidige titels zoals gewone monografieën. Overige informatie zoals inkleurders, collectienamen, uitgaveplaats etc. zijn niet opgenomen. Die vindt je via online databanken makkelijk terug.